IJsmijt0000.0011

 

 Literatuur

 

- Kloes, J.A. van der, Onze bouwmaterialen. Deel VI: Verschillende materialen, beproevingstoestellen. Amsterdam (Veen), z.j. [1926 volgens voorwoord van deze 3e druk]. [228 blz. ISBN -]. Hierin "IJskelders en ijshutten; ijsmijten": blz. 97 (Geen informatie over de ijskelder. Die kan niet bij een vochtige bodem, dan moet een ijshut of ijsmijt gemaakt worden. Over de ijsmijt: "De Nederlandsche Heidemaatschappij te Arnhem heeft indertijd de volgende voorschiften gegeven voor het bewaren van ijs in mijten: Op een onderlaag van takkebossen hoog 0.75 M. het ijs in zware blokken op te stapelen; alle openingen met kleine stukjes ijs op te vullen zoodat één zooveel mogelijk aaneengesloten ijsmassa ontstaat. Daaromheen eerst 10 cM. dik zaagsel en vervolgens 30 cM. dik vergane bladeren aan te brengen.")